Het onderzoek Ik test omvat drie verschillende fases om mensen op te sporen die het hoogste risico lopen op hart- en vaatziekten, chronische nierziekte of diabetes type 2. Uitleg over drie fases van het onderzoek is te vinden op deze pagina.


In de thuistestfase zullen er 160.000 mensen uitgenodigd worden om de Ik test thuistesten uit te voeren. Verschillende thuistesten zullen worden onderzocht in een gerandomiseerd design om de (kosten)effectiviteit van deze strategieën te evalueren.
In de diagnostiekfase worden alle deelnemers met een afwijkende thuistest uitgenodigd voor een vervolgonderzoek bij een regionaal diagnostisch centrum. Dit onderzoek is gericht op het opsporen van hart- en vaatziekten, chronische nierziekte, diabetes type 2 en hun risicofactoren.
In de behandelfase worden deelnemers doorverwezen naar hun eigen huisarts wanneer de resultaten van de diagnostiekfase aangeven dat start of aanpassing van de behandeling (leefstijladviezen/medicatie) volgens de geldende NHG-richtlijnen noodzakelijk is.
Tijdens deze 3 fases maken we onderscheid tussen standaard screeningsmethoden en alternatieve strategieën.
Standaard screeningsmethoden
De standaard screeningsmethoden omvatten methoden die in de praktijk kunnen worden toegepast op basis van eerder onderzoek.
Alternatieve strategieën
De alternatieve strategieën omvatten meer innovatieve methoden, die nog (verder) ontwikkeld of gevalideerd moeten worden in een specifieke populatie. Deze validatie zal plaatsvinden tijdens het huidige onderzoek.
In totaal worden 160.000 mensen uitgenodigd om deel te nemen aan Ik test. Alle deelnemers ontvangen per post een persoonlijke uitnodigingsbrief, een informatiefolder en alle benodigdheden om de thuistesten uit te voeren.
In de uitnodigingsbrief staan instructies over hoe men zich kan aanmelden voor deelname via onze aanmeldwebsite. Op deze aanmeldwebsite kunnen de deelnemers ook toestemming geven voor hun deelname aan het onderzoek.
Zodra de aanmelding is verzonden, ontvangt de deelnemer een bevestiging van de aanmelding per e-mail. Vervolgens kan de deelnemer gratis de Ik test-app downloaden, waarmee ze de verschillende thuistesten kunnen uitvoeren.
Met de hartritmetest wordt onderzocht of de deelnemers mogelijk de hartritmestoornis boezemfibrilleren hebben. In de Ik test-app wordt uitgelegd hoe de deelnemer de hartritmetest kan uitvoeren. Deelnemers kunnen hun hartritme meten door de top van de wijsvinger te plaatsen op de cameralens op de achterkant van hun mobiele telefoon. De meting duurt in totaal 90 seconden. De uitslag van de hartritmetest wordt direct weergegeven in de app.
Alle deelnemers ontvangen een urinetest (PeeSpot urine collection device, U-Diagnostics). Deze urinetest bestaat uit een buisje met een urine absorptievilt waarover deelnemers kunnen plassen om urine te verzamelen. Vervolgens plaatsen ze de houder terug in het buisje. De deelnemer stuurt dit buisje per post met een retourenvelop naar het centrale laboratorium (Star-SHL).
In het laboratorium wordt de hoeveelheid eiwit (albumine-creatinine ratio) in de urine gemeten. Dit is een marker voor (beginnende) chronische nierziekte, maar ook hart- en vaatziekten en diabetes type 2. 1 Hillege HL, Janssen WMT, Bak AAA, Diercks GFH, Grobbee DE, Crijns HJGM, et al. Microalbuminuria is common, also in a nondiabetic, nonhypertensive population, and an independent indicator of cardiovascular risk factors and cardiovascular morbidity. J Intern Med. 2001;249(6):519–26. 2 Verhave JC, Gansevoort RT, Hillege HL, Bakker SJL, De Zeeuw D, de Jong PE. An elevated urinary albumin excretion predicts de novo development of renal function impairment in the general population. Kidney international. Supplement. 2004.
Als er te veel eiwit in het urine wordt gevonden, krijgt de deelnemer een extra urinetest thuisgestuurd om deze verhoogde albuminurie waarde te bevestigen. De uitslag van de urinetest ontvangt de deelnemer binnen twee weken, na het uitvoeren van de test, per post.
Een klein aantal deelnemers wordt gevraagd om via de Ik test-app een vragenlijst in te vullen. Met deze vragenlijst proberen we een thuistest te ontwikkelen om mensen op te sporen met (een hoog risico op) verschillende hart- en vaatziekten en diabetes type 2. Deze vragenlijst bevat onder andere de RED-CVD vragenlijst, een diabetes vragenlijst en een vragenlijst over gezondheidsvaardigheden (HLS-Q12). 3 Zwartkruis VW, Groenewegen A, Rutten FH, Hollander M, Hoes AW, van der Ende MY, et al. Proactive screening for symptoms: A simple method to improve early detection of unrecognized cardiovascular disease in primary care. Results from the Lifelines Cohort Study. Prev Med (Baltim) [Internet]. 2020;138(April):106143. Available from: https://doi.org/10.1016/j.ypmed.2020.106143 4Van den Donk M, Sandbaek A, Borch-Johnsen K, Lauritzen T, Simmons RK, Wareham NJ, et al. Screening for Type 2 diabetes. Lessons from the ADDITION-Europe study. Diabet Med. 2011;28(11):1416–24.
Alle deelnemers met een afwijkende urinetest of hartritmetest worden uitgenodigd voor een vervolgonderzoek. Tijdens dit onderzoek worden zij getest op de aanwezigheid van boezemfibrilleren, chronische nierschade, en verschillende risicofactoren zoals diabetes type 2 en hypertensie. Medewerkers van Star-SHL voeren het vervolgonderzoek uit op drie verschillende locaties in de regio.
Voorafgaand aan het vervolgonderzoek ontvangen deelnemers een uitnodiging om online een vragenlijst in te vullen. Deze vragenlijst bevat vragen over onder andere hun kwaliteit van leven, leefstijl, ziekte en medicatiegebruik. Deelnemers moet een aanvullend toestemmingsformulier ondertekenen om deel te nemen aan het vervolgonderzoek.
Tijdens het vervolgonderzoek worden diverse metingen uitgevoerd, zoals het meten van het lichaamsgewicht, lengte, middelomtrek, bloeddruk en het hartritme via een 1-kanaals ECG. Bij afwijkingen in het 1-kanaals ECG krijgen deelnemers een 12-kanaals ECG aangeboden.
Er wordt er ook bloed afgenomen voor het meten van glucose, HbA1c, creatinine, totaal, HDL-, LDL- en non-HDL-cholesterol, triglyceriden en NT-proBNP. Daarnaast wordt opnieuw een urineportie verzameld voor de bepaling van de hoeveelheid eiwit in de urine (albumine-creatinine ratio). Eventueel restmateriaal wordt opgeslagen in een biobank voor toekomstige bepalingen (waaronder GDF-15, LP(a) en hs-troponine T).
Zowel de deelnemers als hun huisarts ontvangen de uitslagen van het vervolgonderzoek per brief.
Als bij het vervolgonderzoek geen afwijkingen worden gevonden die een vervolgonderzoek of aanpassing van de huidige behandeling vereisen, verwijzen we de deelnemer niet door naar de huisarts.
Als er albuminurie wordt vastgesteld zonder aanwezigheid van andere risiciofactoren, adviseren we de deelnemer om na één jaar een vervolgonderzoek te ondergaan bij de huisarts. Dit onderzoek omvat screening op albuminurie en andere risicofactoren volgens de geldende rijchtlijnen.
Als er bij het vervolgonderzoek afwijkingen worden gevonden, wordt de deelnemer doorverwezen naar zijn/haar eigen huisarts voor behandeling.
De behandeling kan leefstijladvies en/of medicatie omvatten, volgens de geldende richtlijnen voor huisartsen, zoals de NHG-standaarden voor cardiovasculair risicomanagement, atriumfibrilleren, chronische nierschade en diabetes type 2.
Na afloop van de behandelfase vragen we de huisarts van de deelnemer om relevante gegevens over de voorgeschreven behandeling (leefstijladvies en/of medicatie) te delen met de onderzoekers. Zo kunnen we onderzoeken of de deelnemers na doorverwijzing naar de huisarts zijn gegaan. Ook kunnen we onderzoeken of er een behandeling is gestart of gewijzigd.

Om het onderzoek uit te voeren, worden willekeurige steekproeven getrokken uit een totaal van 320.000 burgers tussen de 50 en 75 jaar oud, die woonachtig zijn in één van de onderzoeksregio’s (Breda, Utrecht en Arnhem).